Studio Segers
Afspraak in Maaseik waar we Wim Segers (vader), Bob Segers en Raf Segers (zonen) ontmoeten naar aanleiding van de bouw van hun nieuwe kantoorgebouw.
Wim, Bob, Raf, hoe hebben jullie dit project aangepakt?
Bob Segers: Mijn broer Raf is architect en ikzelf ben productontwikkelaar. Wij hadden samen al eerder contact met Schelfhout en Ergon, toen ik in 2015 zelf heb gebouwd voor mijn eigen woning.
We kozen destijds voor snelbouw of industriebouw, hoofdzakelijk voor de snelheid van bouwen, het prijskaartje en ook voor de “look”. Het industriële uitzicht van de betonnen wanden, sprak me enorm aan.
Daarbij hoort uiteraard ook de kolommen- en balkenstructuur die een stuk de leesbaarheid van de bouw naar buiten brengt en ook zichtbaar blijft.
Wat het nieuwe kantoor betreft, zijn we tijdens de ontwerpfase al samen met d-Concrete! en Schelfhout rond de tafel gaan zitten. We hadden zelf een algemeen concept van hoe en waar we naartoe wilden gaan. Samen met d-Concrete! hebben we vervolgens de volledige detaillering gemaakt. Dankzij deze prille samenwerking en dialoog hebben we een aantal technische details kunnen vermijden en het ontwerp gekneed naar het gebouw dat er nu staat.
Wim Segers: Een belangrijk aspect was de gevelafwerking. Normaal gezien wordt de gladde afwerking van een sandwichpaneel als buitengevel gebruikt. Wij hebben echter de panelen omgedraaid, waardoor de ruwe kant naar buiten komt en de gladde afwerkingszijde naar binnen komt.
Tijdens het productieproces is de buitenzijde geborsteld met een kokosborstel. Hier gingen natuurlijk testen aan vooraf bij Schelfhout om de juiste belijning erin te krijgen. Het is bovendien ook allemaal handmatig gebeurd, waardoor er af en toe een nonchalante slag in zit. Dat vinden wij nu net een meerwaarde. Zo komt de ruwheid van beton nog meer tot zijn recht.
Was dit een bewuste keuze omwille van het concept?
Raf Segers: Ja, wij wilden graag iets doen met beton. Niet zomaar gladde betonpanelen als gevel, maar echt iets anders. We zijn een ontwerp- en architectenbureau, dus dat “uniek zijn” zit in ons DNA.
Dankzij de gesprekken met Jos Theybers van Schelfhout zijn we tot het idee gekomen de panelen
om te draaien. Dit heeft trouwens het bijkomend voordeel dat de wanden langs de binnenzijde niet meer moesten worden afgewerkt. De bedoeling is echt: Laat beton, beton zijn.
En de kleur?
Raf Segers: eerst hebben we stalen laten maken: geborsteld, in gewoon grijs beton, dan één in zwart beton en ook nog een staal dat gestraald werd. Nadien heeft het wel even geduurd vooraleer we allemaal samen overeenkwamen, omdat we echt iets unieks zochten. [lacht]
Wim Segers: Het moest ook kloppen in de omgeving, de natuur en het straatbeeld en we wilden ook zoveel mogelijk bomen laten staan in onze tuin. Trouwens, dankzij de kleur krijgen we minder schaduwvlakken. Zo wordt het gebouw des te rustiger. Ook mede door de bomen gaat het volume voor een stuk oplossen in de omgeving.
Bob Segers: Zwart heeft ook een bepaalde diepte, noem het trendy of modern. Je ziet heel veel meubels in het zwart maar ook in de mode heeft het terug zijn plaats ingenomen. Zwart geeft ook een gevoel van degelijkheid.
Belangrijk vonden we om het beton in alle eerlijkheid te tonen, dus het mocht niet worden geschilderd. Integendeel, we wilden dat het eruitziet zoals het nu reeds het geval is, nl. al licht vergrijsd en met verschillende schakeringen. Hierdoor gaat het gebouw ook subtiel op in de omgeving.
Bob Segers: Wij vinden dit nu net één van de voordelen van beton, want het heeft een bepaalde patine en is hierdoor anders dan gewoon verfwerk of pleisterwerk. Zelfs de witte gladde betonpanelen, die Schelfhout ook kan maken, wilden wij absoluut niet. We wilden echt een bepaalde ziel creëren en zo kregen we de schoonheid van de imperfectie.
Raf Segers: Natuurlijk was de overgang naar het interieur belangrijk, want die imperfectie moet dan wel kloppen. De structuur moest zichtbaar blijven, maar we wilden ook niet al te veel opgiethulzen van de kolommen zichtbaar houden en het industriële mocht niet al te nadrukkelijk naar de voorgrond komen.
We wilden het eerlijk houden en samen met d-Concrete! bekeken we daarom kolom per kolom, balk per balk alle details en stortzijdes na.
Wim Segers: We kozen er ook voor om de kolommen en balken te accentueren door zwarte kleurstof toe te voegen aan het beton. Dit is de eerste keer dat zoiets met balken en kolommen is toegepast. Eerlijk gezegd, waren wij ook aangenaam verrast dat alle elementen zo goed op mekaar zijn afgestemd, wetende dat ze niet uit dezelfde productiesites komen. Straks als we het interieur gaan inrichten met strakke witte meubels, zal de kleur en de ruwheid van het beton echt volledig tot zijn recht komen.
De d-Concrete! aanpak is dus wel een meerwaarde voor jullie geweest?
Raf Segers Zeer zeker, het is een totaal andere benadering dan traditioneel bouwen. Ik blijf ervan overtuigd dat je best als architect eerst een partner zoekt vooraleer je kan gaan ontwerpen.
Prefab leent zich hier perfect toe. Het is eigenlijk een heel logisch constructie principe. Een beetje zoals Lego, waar je je een aantal details eigen moet maken. En het is erg boeiend om zo snel tot een heel tof resultaat te komen.